De benedenfase van de splijtstofcyclus

De benedenfase van de splijtstofcyclus omvat het beheer van gebruikte splijtstof nadat deze is gebruikt om elektriciteit op te wekken. Voor SYNATOM omvat dit alle stappen nadat de elementen door het desactiveringsdok zijn gegaan, met name de tussentijdse opslag op de sites van Doel en Tihange. Deze opslag duurt tientallen jaren tot de uiteindelijke overdracht van de verbruikte splijtstof aan de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen (NIRAS).

Verplaatsing naar het desactiveringsdok

Het desactiveringsdok bevindt zich op het nucleaire eiland in de buurt van het reactorgebouw.
Verbruikte splijtstofelementen blijven over het algemeen minstens 3 jaar onder water in het desactiveringsdok. Dit zorgt ervoor dat het radioactieve verval op gang komt en een deel van de restwarmte wordt afgevoerd.
De verplaatsing naar het desactiveringsdok is de verantwoordelijkheid van ELECTRABEL, de exploitant van de Belgische kerncentrales.

Tussentijdse opslag

De tussentijdse opslag van verbruikte splijtstofelementen is een van de missies van SYNATOM.
De elementen worden opgeslagen op de sites van Doel en Tihange. 

De tussentijdse opslag van afval uit historische opwerkingscontracten vindt plaats op de site van BELGOPROCESS (dochteronderneming van de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen) in Dessel.

Alle technische activiteiten voor het overbrengen van de splijtstofelementen van het reactorvat naar het desactiveringsdok worden uitgevoerd door teams van de kernexploitant, ELECTRABEL. Hetzelfde geldt voor overbrengingen naar de centrale tussentijdse opslagfaciliteiten van de sites van Doel en Tihange.

SYNATOM biedt financiële dekking voor de kosten gelinkt aan deze activiteiten en financiert de infrastructuur en uitrusting die nodig zijn voor de tussentijdse opslag van verbruikte splijtstoffen.

SYNATOM vergoedt ook de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen voor de tussentijdse opslag van afval afkomstig van de opwerking van gebruikte splijtstofelementen (opwerkingscontracten vóór 1993).

Centrale tussentijdse opslag

In 1993 besloot de Belgische regering tot een moratorium op de opwerking van verbruikte splijtstofelementen.
SYNATOM en de exploitant ELECTRABEL hebben dan besloten de verbruikte splijtstofelementen op te slaan op de sites van de kerncentrales van Doel en Tihange. Om te voorkomen dat de desactiveringsdokken vol raken, is op elke locatie een centraal opslaggebouw gebouwd.

Er zijn twee benaderingen ontwikkeld: 
1.      Droge opslag
2.      Opslag onder water.

Droge opslag in de kerncentrale van Doel

In de kerncentrale Doel werd de droge opslag in speciale containers ontwikkeld.
Het centrale gebouw werd in 1995 in gebruik genomen. Het gebouw is ontworpen voor 165 containers, elk met ruimte voor 24 tot 37 splijtstofelementen.
 Nadat de elementen uit het desactiveringsdok komen, moet ze worden overgebracht naar het centrale opslaggebouw.
Hiervoor worden de verbruikte splijtstofelementen direct in de container geladen die voor droge opslag zal worden gebruikt. Deze belading vindt plaats in het desactiveringsdok.
Zodra de container geladen en gedroogd is, wordt deze op een aanhanger geplaatst en getransporteerd naar het centrale gebouw waar de containers van de vier units staan.

Opslag onder water bij de kerncentrale van Tihange

In Tihange worden de elementen onder water opgeslagen, in een centraal gebouw dat in 1997 in gebruik werd genomen.
Dit gebouw omvat 8 “dokken” die in totaal 3.720 splijtstofelementen kunnen bevatten.
De elementen worden onder 8 meter boorwater opgeslagen in rekken. Het boor dat in het water aanwezig is, absorbeert de neutronen zodat er geen kernreactie kan ontstaan.
Voor het transport tussen de desactiveringsdokken van de 3 eenheden en het centrale gebouw worden de splijtstofelementen in een speciale shuttle geplaatst. De shuttle biedt plaats aan 12 splijtstofelementen. Bij aankomst in het centrale opslaggebouw wordt de shuttle opnieuw onder water gezet en uitgeladen. Vervolgens wordt deze opnieuw geconditioneerd voor een nieuw transport.

Hoe het SF2-gebouw werkt

Meer capaciteit voor tussentijdse opslag

In Tihange en Doel werd een nieuw gebouw voor de droge tussentijdse opslag gebouwd. Dit gebouw, bekend als SF² (Spent Fuel Storage Facility), is ontworpen voor droge opslag in containers. Het biedt een uitstekende bescherming tegen de straling en levert geen radioactieve afvalstoffen op.

Definitieve berging

De Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen heeft de eindverantwoordelijkheid voor de definitieve berging van afval uit de nucleaire splijtstofcyclus.

De overeenkomst die eind 2023 gesloten werd tussen de ENGIE-Groep en de Belgische federale regering, voorziet in de betaling door de Groep ENGIE van een forfaitair bedrag van 15 miljard euro als volledige en definitieve regeling, waarvan 11,5 miljard euro door de ENGIE-Groep zal worden betaald bij de closing, naar verwachting begin 2025, en het resterende bedrag bij de heropstart van de eenheden, naar verwachting eind 2025.

Dit bedrag is bedoeld om alle toekomstige kosten te dekken voor het beheer van kernafval van de nucleaire installaties van ELECTRABEL in België en het beheer van verbruikte splijtstof vanaf 2050.